Water

Vandaag zijn alle kranen weer geplaatst en is de pomp aangezet. Dank aan Leen en Ab die dit voor ons verzorgd hebben. Je kunt dus weer water tappen uit de kraan bij je tuin.

Let er hierbij op dat je niet onnodig veel water gebruikt. Laat in elk geval geen kranen open staan als je zelf niet op je tuin bent.
Daarnaast is water geven ook iets waar je even over nadenkt. Enkele tips hierbij zijn:

  • Beter ’s ochtends of ’s avonds dan midden overdag.
  • Beter is het om water te gieten op de grond, vlak bij de wortels, dan te sproeien over het hele gewas.
  • Water wat in een ton heeft kunnen opwarmen is beter dan koud water direct uit de kraan.

Hieronder nog een plaatje met een water-geef-stroomschema. Ook als je al jaren tuiniert kan je hier misschien nog tips uit halen.

Water-geven2-1024x722

Maatschappelijke stage

Bij ons is de vraag binnengekomen van de Lingeborch of wij leerlingen een maatschappelijke stage kunnen bieden. Tijdens de maatschappelijke stage verrichten leerlingen vrijwilligerswerk onder verantwoordelijkheid van de school. Aangezien we ons hier graag voor inzetten hebben we een aantal klussen verzameld en onder begeleiding van Gerard zullen binnenkort 8 leerlingen hun handen uit de mouwen steken op ons complex.

ALV

Algemeen
Alle tijdens de ALV vastgestelde stukken inclusief achtergrond informatie en het verslag zijn beschikbaar via de website onder het menu Leden.

Het bestuur in 2019
Op de Algemene Leden Vergadering van 11 maart jl. heeft Gerard van Kessel zijn functie als voorzitter neergelegd. Tijdens de ALV is er aandacht geschonken aan de 12 jaar die zijn voorzitterschap heeft geduurd. Gerard wilde zich graag binnen het bestuur in blijven zetten en heeft zich daarom kandidaat gesteld als algemeen bestuurslid. De vergadering heeft hem in deze functie weer voor drie jaar benoemd. Daarnaast heeft de vergadering besloten het voorzitterschap te beleggen bij Cees van Strien. De functie van penningmeester die daardoor vrij kwam is binnen het bestuur belegd bij Gerard de Laak. De overige bestuursfuncties blijven ongewijzigd.

Visie
Op de ALV hebben we de visie van de vereniging gepresenteerd. De visie is het resultaat van een brainstorm binnen het bestuur op basis van een advies vanuit de themabijeenkomst rondom het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. De visie is hier te vinden.

Huishoudelijk reglement
Tijdens de ALV zijn wijzigingen op het huishoudelijk reglement vastgesteld. De wijzigingen zijn gebaseerd op de gesprekken rondom het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, de verwaarlozing van tuinen en klachten over tomatenkasjes. Het betreft de artikelen 2, 5, 8, 20, 23, 25 en 28. Het nieuwe huishoudelijk reglement is te vinden op de website onder Statuten en HHR. Mocht je vragen hebben hierover, schroom dan niet om ze te stellen.

Een van de vragen die we onszelf gesteld hebben tijdens deze bestuursvergadering is of we de regels rondom tomatenkasjes nu wel juist in het huishoudelijk reglement hebben zitten. Hier zijn tijdens de ALV opmerkingen over gemaakt die naar ons idee aanleiding zijn, toch nog eens goed naar de regels te kijken. Dit willen we doen op het moment dat het nieuwe bestemmingsplan (en daarmee de regels die de gemeente ons oplegt rondom bebouwing op de tuin) is vastgesteld en duidelijk is hoe dit zijn weerslag krijgt in ons huurcontract. Dit zal in de loop van het jaar gebeuren. Tot die tijd gelden de huidige regels (maximale hoogte: 175 cm en minimaal 100 cm uit de grens met andere tuinen). We zullen hier niet heel strikt op handhaven, alleen als er gegronde klachten zijn van andere tuinders.

Uitbreiding tuincommissie
Naar aanleiding van het onderwerp verwaarlozing van tuinen hebben we besloten Hans van Putten toe te voegen aan de tuincommissie. Als op enig moment (bijv. tijdens tuinschouw) verwaarlozing van een tuin wordt geconstateerd zal Hans in eerste instantie het betreffende lid benaderen om tot een oplossing te komen. Geeft dit niet het gewenste resultaat dan zal vanuit het bestuur de procedure (zie artikel 27 HHR) verder in gang gezet worden.

Huurverhoging
Het voorstel voor huurverhoging is aangenomen. Dit betekent dat met ingang van komend jaar de huurprijs wordt verhoogd naar 33 cent per vierkante meter. In 2021 zal deze nog iets verder omhoog gaan naar 35 cent per vierkante meter.

Snoeidag 30 maart

Op zaterdag 30 maart hebben zo’n 15 leden gehoor gegeven aan de oproep om te komen helpen snoeien. Een aantal leden heeft aangegeven andere verplichtingen te hebben die dag, maar van het grootste deel van de leden hebben we jammer genoeg niets vernomen. Hierdoor en doordat de groenstrook steeds meer wordt overwoekerd door bramen hebben we besloten tot een andere aanpak. Met de vrijwilligers zijn de bomen geknot en is tussen de knotbomen en aan weerszijden van het gaas het opschot verwijderd.
De volgende stap is dat we een grondwerker inhuren die voor ons de rest van de groenstrook egaliseert en daarbij bramen en ander opschot, inclusief wortels, zoveel mogelijk verwijderd. Hopelijk geeft dat een basis om in de toekomst met minder moeite de groenstrook in toom te houden.

Het gebruik van champignonmest

Op de ledenvergadering heb ik mijn visie gegeven over het gebruik van champignonmest op de moestuin en dit toegespitst op het fosfaatgehalte in de mest. Hier nog een overzicht van mijn verhaal:

De grondkwaliteit wordt bepaald door 3 aspecten

  • Fysisch, wat voor soort grond, is met name bepalend voor de water doorlaatbaarheid.
  • Chemisch, welke elementen komen voor. Denk aan stikstof kalium fosfor calcium en diverse mineralen. Ook de zuurgraad (PH) is van belang
  • Biologisch, het leven in de grond bevat nuttige organismen voor onze gewassen maar ook organismen die vele plagen kunnen veroorzaken zoals aardappelmoeheid.

Voor het bebouwen van onze gewassen hebben we bouwstoffen nodig. De belangrijkste zijn koolzuur en water. Hiermee kunnen oa suikers en vetzuren worden aangemaakt. Daarnaast hebben de gewassen ook nog stikstof, fosfor en zwavel nodig om eiwitten, DNA en vitaminen te kunnen maken. Dit zijn ingewikkelde biochemische processen die voornamelijk kunnen verlopen onder invloed van licht en vele verschillende enzymen. Voor de werking van deze enzymen zijn weer diverse sporenelementen nodig die dus ook in de bodem horen te zitten. De bekendste hiervan zijn magnesium, ijzer, koper, mangaan, borium en zink. Daarnaast zijn kalium en calcium erg belangrijk omdat deze elementen oa zorgen voor het transport door de plant van wortel naar blad en visa versa.

Door te oogsten onttrekken we deze stoffen dus uit te grond en zal er na verloop van tijd een tekort op treden van een of meer van genoemde stoffen. Dit kan worden opgelost door het toevoegen van kunstmest, organische mest, groenbemesting of champignonmest.

Champignonmest bevat veel noodzakelijke grondstoffen (chemisch) en heeft ook nog eens een gunstige PH voor de meest verbouwde gewassen. Daarnaast is het een uitstekende bodemverbeteraar voor onze kleigrond (fysisch) waardoor de grond los van structuur wordt met als gevolg een goede waterdoorlaatbaarheid. De mest is behandeld bij 80 °C en bevat dus geen schadelijke organismen meer. Dus ook biologisch is deze mest prima te gebruiken.

Op grond van deze argumenten is m.i. champignonmest zeker aan te bevelen. Maar elk voordeel heb zijn nadeel, ook na de dood van Johan. Er kan namelijk ook sprake zijn van overbemesting. De boeren zijn daarom gebonden aan allerlei bemestingsregels. Zo ook voor champignonmest wat na 2006 ook onder het mestbeleid valt, zie de geschiedenis hiervoor op de volgende website: http://www.agrologistiek.nl/?id=100&grp=10. Zo mogen ze maximaal 200 kg per hectare fosfaat gebruiken. Meestal wordt nog veel minder geadviseerd, dit heeft te maken met omstandigheden zoals PH en fysische samenstelling van de grond. Voor deze 200 kg fosfaat is ongeveer 100 m3 champignonmest nodig. Dit betekent dus dat je 1 m3 mest mag gebruiken voor 100 m2 tuin. De meesten van ons bemesten 1 x per 2 jaar met champignonmest. Dan zou je dus voor een tuin van 100m2 twee kuub mest op mogen brengen. Maar wij zijn geen boeren en dus gelden voor ons deze regels niet. Wij hoeven alleen aan de vervoersregels van de mest te voldoen. Maar zijn we dan wel goed bezig? Wat kan er gebeuren als we teveel fosfaat gebruiken?

Ten eerst belasten we het milieu. De fosfaat wordt grotendeel uitgespoeld en komt uiteindelijk in het oppervlakte water (voor ons de Linge) terecht. Gevolg: overdaad aan algengroei. Om dit te voorkomen hebben we bijvoorbeeld onze wasmiddelen fosfaatvrij gemaakt en is er een mestbeleid voor de boeren.

Het tweede punt heeft te maken met de fosfaat die niet wordt uitgespoeld en dus in onze grond achter blijft. Want of de fosfaat uitgespoeld wordt heeft te maken met de PH en de hoeveelheid mineralen en is dus moeilijk te voorspellen. Als we steeds weer fosfaat op onze tuin blijven brengen kan de fosfaathoeveelheid dus steeds verder toenemen. Uit de praktijk blijkt dat fosfaat zich ook kan binden aan de sporenelementen die nodig zijn voor een gezonde groei van onze gewassen. In aanwezigheid van te veel fosfaat zullen deze aanwezige sporenelementen dus niet meer beschikbaar zijn voor de planten. Dit gevolg zal pas jaren later merkbaar zijn. Wees hiervoor dus op je hoede.

Mijn advies is daarom: gebruik champignonmest met mate, bij voorkeur 1 x per twee jaar 2m3/100m2 en laat bij twijfel je grond analyseren op fosfaatgehalte of je niet te hoog zit.

Bestrijdingsmiddel tegen het koolwitje

Twee leerlingen uit 6 gymnasium van het Christelijk Lyceum Veenendaal hebben als profielwerkstuk een onderzoek gedaan dat de volkstuinbezitters wellicht interesseert:

“We hebben getest welke plantenextracten te gebruiken zijn als biologisch bestrijdingsmiddel tegen rupsen van het groot koolwitje. Het blijkt dat wanneer je ‘thee’ maakt van gesnipperde bladeren van munt of absintalsum en dit extract over de koolbladeren spuit, dat dan de koolwitje-rupsen het blad niet meer vinden of lusten. Het zou ook een goede oplossing kunnen zijn om muntplanten of absintalsem tussen de koolplanten te planten, omdat deze geur de rupsen al afstoot. We hebben ook andere planten getest, zoals knoflook, salie en afrikaantjes, maar deze hadden geen invloed op de rupsen.

Met groet, Bastiaan Drost en Thom Vonder”

Een beetje bewerkt door Jos Geldof. Gevonden in ‘Landleven‘, 20e jaargang nummer 4